
PARAMARIBO - Het onderhoud van monumentale panden in de binnenstad van Paramaribo brengt hoge kosten met zich mee,...

die eigenaren vaak niet kunnen dragen. Minister Stephen Tsang van Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening (OWRO) plaatst daarom vraagtekens bij de meerwaarde van een uitgestrekte historische binnenstad, waarvan een groot deel van de gebouwen op termijn in vervallen staat kan geraken. In dat kader acht hij het zinvol om het historische gebied af te bakenen tot een kernzone waarin gegarandeerd kan worden dat de aanwezige panden structureel in goede staat blijven.
Volgens de minister dient dit uitgangspunt niet alleen een financieel doel, maar ook bredere belangen, waaronder de brandveiligheid. De historische panden in het centrum van Paramaribo staan te dicht op elkaar, waardoor slecht onderhoud en leegstand het risico op grootschalige branden vergroten. In dergelijke omstandigheden kan een incident snel een domino-effect veroorzaken, met aanzienlijke schade tot gevolg. “Het moet niet zo zijn dat de hele historische binnenstad gaat vervallen, omdat wij de gelden niet hebben om die te onderhouden”, stelt Tsang. Hij wijst daarbij op recente voorbeelden die de kwetsbaarheid van de binnenstad hebben blootgelegd.
Zo zijn in april aan de Henck Arronstraat meerdere monumentale panden verwoest door één brand. “Het ging om een verlaten pand waar junkies een brandje hebben gesticht. Eigenlijk is dat het grootste probleem dat we hebben gezien.” Ook aan de Domineestraat deed zich een vergelijkbare situatie voor. “Er zijn meerdere voorbeelden daarvan en dat willen we niet hebben.”
Deze inzichten vormen een belangrijk uitgangspunt in de gesprekken die de regering wil voeren met de Unesco, over het behoud van de werelderfgoedstatus van het historische centrum van Paramaribo. Daarbij staat Suriname voor de uitdaging om nationale belangen, zoals financiële haalbaarheid en veiligheid te waarborgen, zonder de internationale verplichtingen die voortvloeien uit de werelderfgoedstatus te schenden.

