BOEDAPEST - De Amsterdamse burgemeester Halsema gaat op 28 juni naar, de door het Hongaarse parlement verboden Pride-mars in Boedapast.
Dat heeft de gemeente Amsterdam bevestigd. Twee weken geleden meldde de burgemeester dat ze een uitnodiging had ontvangen van haar collega Karácsony van Boedapest. Halsema zei toen echter dat nog niet duidelijk was of ze zou gaan, omdat nog werd gewacht op veiligheidsadvies van de Nederlandse ambassade. Ook zei ze toen dat ze nog niet wist of haar agenda het bezoek toestond.
Inmiddels is duidelijk dat ze op de uitnodiging ingaat. Haar woordvoerder meldt dat het bezoek "zowel een steunbetuiging aan de queerbeweging is, wier vrijheden steeds meer onder druk staan, als aan de burgemeester van Boedapest die voor deze vrijheden opkomt door de Pride door te laten gaan". Het Hongaarse parlement nam in maart een wetsvoorstel aan om de jaarlijkse mars in Boedapest te verbieden. Burgemeester Karácsony herhaalde eergisteren echter dat de mars gewoon doorgaat. Omdat het gaat om een gemeentelijk evenement, kan de landelijke overheid volgens hem niet ingrijpen.
Karácsony stelt dat Boedapest een verleden heeft waarin vrijheid en solidariteit altijd centraal stonden. "In deze stad zijn er geen eerste- of tweederangsburgers. In deze stad weten we dat we samen vrij kunnen zijn", zei hij. "Dus in deze stad kunnen vrijheid en liefde niet verboden worden en Boedapest Pride ook niet." Een aantal Tweede Kamerleden heeft gezegd van plan te zijn het evenement bij te wonen. Een meerderheid in de Kamer wil dat ook een kabinetsdelegatie meeloopt in de Pride-mars. Demissionair minister Brekelmans (Defensie) liet eind mei weten niet uit te sluiten dat dat inderdaad gebeurt. (NOS/ANP)