Daniel Cormier gelooft dat Jon Jones uiteindelijk te-genover Tom Aspinall zal staan in de UFC-octagon, ook al lijkt het wachten eindeloos te duren.
Al bijna twee jaar speculeren fans over een mogelijke titelunificatie in het zwaargewicht, maar tot nu toe zonder concreet resultaat. Terwijl UFC-CEO Dana White volhoudt dat het gevecht er ooit komt, blijft Jones steeds vager en minder toegewijd klinken. Intussen wacht Aspinall geduldig op zijn kans om zichzelf te bewijzen als dé kampioen.
Volgens Cormier ligt het uitstel deels bij Jones zelf. “Jon is nu een man van 38 die kijkt naar een dertigjarige die groter, jonger en frisser is. En dan denkt hij: de rollen zijn omgedraaid,” zei Cormier op zijn YouTube-kanaal. “Hij ziet de slijtage niet meer op het gezicht van zijn tegenstander, maar op dat van zichzelf.”
Jones zag in Stipe Miocic nog een tegenstander die ouder was, maar Aspinall is een heel ander verhaal. Toch denkt Cormier niet dat Jones bang is. “Hij is niet bang, daar moet je niet aan twijfelen. Maar ik denk wel dat hij zich afvraagt: wat als ik knock-out ga? Niet zomaar verliezen, maar echt uitgeschakeld op de grond liggen. Dat beeld van jezelf is verschrikkelijk. Ik heb het zelf meegemaakt.”
Opvallend genoeg is Jones in zijn carrière nog nooit knock-out geslagen. Zijn enige nederlaag kwam door diskwalificatie. Aspinall daarentegen heeft zijn laatste drie tegenstanders in totaal in slechts drie minuten en 22 seconden uitgeschakeld. Dat maakt dit gevecht zo intrigerend: de misschien wel beste vechter aller tijden tegen één van zijn gevaarlijkste uitdagingen ooit.
Toch beginnen veel fans de hoop te verliezen dat het gevecht er ooit komt. Cormier denkt echter dat Jones’s ego het niet zal toelaten dat hij wegloopt. “Ik geloof niet dat hij de titel neerlegt zonder te vechten. Het idee dat mensen zouden denken dat hij wegrende, dat kan hij niet verdragen,” zegt Cormier. “Er is zelfs een reële kans dat hij Aspinall gewoon overklast. Dat weten we niet. Maar juist daarom denk ik dat hij het gevecht aangaat, omdat hij niet kan leven met het idee dat hij zijn titel gewoon opgeeft.” (MMA)