vierentwintig cursisten in het zonnetje gezet voor het succesvol afronden van de eerste module van de vaktraining Verpleegassistent. De certificaten werden persoonlijk overhandigd door onderminister Raj Jadnanansing van Volksgezondheid, Arbeid en Welzijn (VWA).

 De module, getiteld Huishoudelijke Zorg, duurt vier maanden en richt zich op het aanleren van basiszorgvaardigheden zoals veiligheid, ethiek, schoonmaak en basisverpleegkunde. Ook liep elke cursist een korte oriënterende stage. Volgens SAO-directeur, Joyce Lapar, vormt deze module de essentiële eerste stap in het werken met patiënten en ouderen.

“De studenten worden voorbereid om de eerste zorg te bieden aan mensen die hulp nodig hebben bij schoonmaak, bedopmaak of het klaarzetten van medicijnen”, aldus Lapar. “Ethiek is een belangrijk onderdeel, want patiënten hebben vaak behoefte aan menselijk contact en een luisterend oor.”

De SAO biedt de vaktraining Verpleegassistent al meer dan 25 jaar aan en blijft volgens Lapar inspelen op de groeiende vraag naar goed opgeleide zorgmedewerkers. Het volledige traject duurt anderhalf jaar en bestaat uit twee modules. In module 2 volgen de cursisten een verdiepingsstage van zes weken in een bejaardentehuis en zes weken in een ziekenhuis. Van de 34 oorspronkelijke deelnemers hebben 24 cursisten module 1 met succes afgerond. Onderminister Jadnanansing prees tijdens de uitreiking de inzet van de deelnemers en wees op het belang van hun rol in de samenleving.

“De gezondheidszorg staat onder druk. Velen zoeken hun toekomst elders, maar u kiest ervoor om hier te blijven en bij te dragen”, zei de bewindsman. “Dit is een eerste stap, misschien een kleine, maar één die een grote impact zal hebben op uw toekomst en op de zorg in ons land.”

De onderminister riep de geslaagden op om verder te gaan met module 2 en uiteindelijk door te groeien tot volwaardige verpleegkundigen. Hij kondigde tevens aan dat het ministerie de komende tijd meer aandacht en ondersteuning zal geven aan de SAO en vergelijkbare opleidingsprogramma’s, om zo het tekort aan zorgpersoneel in Suriname terug te dringen.