PARAMARIBO – Met een boodschap die zowel dankbaarheid als bezorgdheid weerspiegelt, heeft Marinus Bee vrijdag officieel afscheid genomen als voorzitter van De Nationale Assemblée.
Bee, die sinds 2020 de leiding had over het parlement, stond stil bij de uitdagingen, gemiste collega’s en het blijvende geloof in de kracht van de democratie. “Vandaag neem ik na vijf jaren afscheid als voorzitter van De Nationale Assemblée,” opende Bee in zijn laatste boodschap aan het volk. Hij sprak van een bijzondere eer om in turbulente tijden leiding te geven aan het hoogste orgaan van Surinames democratische rechtsstaat.
Bee trad aan in een uitzonderlijke periode: de wereldwijde COVID-19-pandemie legde ook in Suriname het parlementaire werk gedeeltelijk stil. “Het waren onzekere tijden, die van ons allemaal veel geduld, veerkracht en doorzettingsvermogen vroegen,” aldus Bee. Vergaderingen werden noodgedwongen op afstand gehouden en de volksvertegenwoordiging moest improviseren om haar taken te kunnen blijven uitvoeren.
Ondanks deze obstakels benadrukte Bee dat het parlement de afgelopen jaren belangrijke stappen heeft gezet voor de ontwikkeling van het land. “Dat was niet altijd gemakkelijk — democratie vraagt inzet, dialoog en respect voor verschillen. Maar ik ben ervan overtuigd dat wij, door samen te werken, dichter bij de idealen van rechtvaardigheid, transparantie en vooruitgang zijn gekomen,” stelde hij. In zijn afscheidsrede sprak Bee zijn dank uit aan collega-parlementsleden, de ambtelijke ondersteuning en zijn partij ABOP. Bijzonder noemenswaardig was zijn boodschap aan de Surinaamse bevolking: “Vooral aan u, de burgers van Suriname, voor het vertrouwen en de betrokkenheid die ik in de afgelopen jaren heb mogen ervaren.”
Toch klonk er ook een kritische noot. Bee verwees naar het feit dat het parlement de zittingsperiode afsluit met 49 leden in plaats van de voltallige 51, na het verlies van Patricia Etnel, Edward Belfort en Shaam Binda. “Hun bijdragen, hun stem in de volksvertegenwoordiging, zullen wij blijven missen,” zei hij met zichtbare spijt.
Bee benadrukte dat hij Suriname blijft dienen, ongeacht de rol die hij in de toekomst zal vervullen. “Een ding weet ik zeker: De democratie leeft,” klonk het vastberaden. Tot slot wenste hij zijn opvolger succes en riep hij op tot blijvende betrokkenheid: “Blijf kritisch. Blijf geloven in de kracht van onze democratie. Maar het is aan ons allen om haar te blijven koesteren.”
Met deze woorden sloot Marinus Bee zijn voorzitterschap af: een periode die begon onder uitzonderlijke omstandigheden, maar die volgens hem ook getuigde van de veerkracht en levendigheid van de Surinaamse democratie.