PARAMARIBO- Het Bureau voor Staatsschuldbeheer en Ontwikkelingssamenwerking publiceerde het formele jaarverslag over 2019, dat een gezaghebbend beeld geeft van de economische prestaties van Suriname, de overheidsfinanciën en de staatsschuld.
Dit rapport is een belangrijke informatiebron om de economische uitdagingen en recente ontwikkelingen in het land te begrijpen, mede ondersteund door goedkeuringen van formele instellingen zoals het IMF, de Centrale Bank van Suriname en de Algemene Rekenkamer.
Economische prestaties en sectorale groei
In 2019 groeide de Surinaamse economie met slechts 1,1 procent, een enorme terugval ten opzichte van 2018, waarin de groei nog 4,6 procent bedroeg. Ondanks de stijgende goudprijs, die zorgde voor een toename van de exporten met 3,1 procent, nam de goudproductie af met ongeveer 3 procent. Deze daling werd vooral veroorzaakt door een productieafname van IAMGOLD Rosebel Goldmines NV met 13 procent, wat een significante impact had op de totale goudproductie dat jaar.
De productie van IAMGOLD werd sterk beïnvloed door illegale activiteiten van zogenaamde 'porknokkers' in het concessiegebied van het bedrijf, waardoor de mijnactiviteiten circa anderhalve maand stil kwamen te liggen. Hoewel daarna langzaam weer werd opgestart, bleven belangrijke mijngebieden zoals “Mayo” en “Royal Hill” voor langere tijd buiten bedrijf. Daarnaast had het gewonnen ertsmateriaal een lager gehalte, wat mede bijdroeg aan de lage totale productie.
De productie van ruwe en verwerkte aardolie steeg marginaal met circa 5 procent ten opzichte van 2018. Eind 2019 bedroeg de totale aardolieproductie van Staatsolie 5,6 miljoen vaten. In april 2019 startte Staatsolie met nearshore exploratieactiviteiten, die verdere potentie hebben voor toekomstige groei.
Ondanks deze sectorale uitdagingen kenden delen van de economie toch groei: accommodaties en voedingsdiensten stegen met 17,1%, verzekerings- en overige financiële diensten namen toe met 9,4%, en de overheidssector groeide zelfs met 40,6%.
Betalingsbalans en internationale handel
De exportwaarde van goederen en diensten steeg in 2019 met 32,2% tot ongeveer USD 2,3 miljard, waarvan circa 83% afkomstig was uit de mijnbouwsector, vooral dankzij de gunstige goudprijs. De importen stegen met 13,9% tot USD 1,6 miljard en omvatten consumptiegoederen en investeringen in mijnbouw- en bouwsector.
De goederenrekening liet ondanks de stijgende importen een positief saldo zien van USD 531,7 miljoen. De dienstenrekening bleef negatief met een tekort van USD 657,7 miljoen, voornamelijk door “nearshore” activiteiten van Staatsolie. De lopende rekening sloot af met een tekort van USD 448,3 miljoen, mede veroorzaakt door negatieve balansen op diensten- en inkomensrekeningen. De kapitaal- en financiële rekening kende een netto-uitstroom van USD 535,1 miljoen, onder andere door winstuitkeringen door buitenlandse mijnbouwbedrijven aan moedermaatschappijen.
Overheidsfinanciën en staatsschuld
De overheidstekorten namen structureel toe en bereikten in 2019 een financieringstekort van 18,6% van het BBP. Overheidsuitgaven stegen met circa 137% tot SRD 12,3 miljard, terwijl de inkomsten slechts met 7% stegen tot SRD 6,4 miljard. Door deze disbalans nam de staatsschuld toe met 20% tot SRD 22,5 miljard, wat overeenkomt met 71,5% van het BBP. De binnenlandse schuld groeide met 31%, de buitenlandse schuld met 16%, en de schuld aan de Centrale Bank nam met ongeveer 60% toe, vooral door verstrekte voorschotten.
Monetair beleid, koers- en prijsstabiliteit
Eind 2019 was de Surinaamse economie relatief stabiel: de brede geldhoeveelheid (M2) bedroeg circa SRD 9 miljard. De Centrale Bank van Suriname oefende effectieve controle uit over de liquiditeiten in omloop, wat samenhing met een relatief stabiele officiële wisselkoers rond SRD 7,52 per USD, ondanks een schaarste aan fysieke dollars en wisselkoersdruk. Dit beleid resulteerde in een gematigde inflatie van circa 4,2%.
De internationale reserves bedroegen eind 2019 USD 647,5 miljoen, een bedrag dat mede het vertrouwen in valutastabiliteit ondersteunde.
Juridisch en beleidskader
In 2019 werd de Wet op de staatsschuld aangepast, waardoor het Ministerie van Financiën onder bijzondere omstandigheden extra uitgaven mag doen, tot maximaal 35% van het bbp, mits goedgekeurd door het parlement. Deze wijziging biedt beleidsmatige flexibiliteit in het aanpakken van crisisituaties.
Samenvatting en vooruitblik
Het SDMO-rapport, bevestigd door onafhankelijke instellingen zoals het IMF, de Centrale Bank en de Algemene Rekenkamer, weerlegt eerdere beschuldigingen van verborgen economische wanorde of financiële onregelmatigheden. Het rapport bevestigt dat ondanks een laag groeipercentage en oplopende begrotingstekorten, alle belangrijke cijfers transparant en onderbouwd werden gerapporteerd.
De economische uitdagingen in 2019, waaronder groeiende schulden en structurele tekorten, waren bekend en gedocumenteerd. De situatie behoorde tot een voortzetting van een langdurige structurele crisis, zonder dat er sprake was van een plotselinge financiële ravage bij de machtsovername in 2020.
Het officiële beleid bleef gericht op het handhaven van prijsstabiliteit en het beheersen van de geldhoeveelheid, terwijl investeringen in sectoren zoals mijnbouw en olie wezen op toekomstige kansen voor economische groei en diversificatie.