De universiteit noemt de beslissing van Trumps regering "een overduidelijke schending van de Amerikaanse grondwet". Harvard ontving donderdag een brief van minister van Binnenlandse Veiligheid Kristi Noem dat ze per direct geen buitenlandse studenten meer mag aannemen. Volgens Noem houdt de regering Harvard verantwoordelijk voor "het bevorderen van geweld en antisemitisme op de campus en het samenspannen met de Chinese Communistische Partij". De minister leverde geen bewijs voor die beschuldigingen.

De universiteit zei in een eerste reactie dat de maatregel "ongrondwettelijk" was en dat ze die bij de rechter zou aanvechten. Harvard diende de aanklacht vrijdag in bij de rechtbank in Boston. Daarin beschuldigt ze de regering-Trump van het schenden van de Amerikaanse grondwet en landelijke wetgeving. "Dit is opnieuw een wraakactie van de regering, omdat Harvard haar grondwettelijk recht gebruikt om ongeoorloofde bemoeienis tegen te gaan", stelt de universiteit. "De regering heeft niet het recht eisen te stellen aan de manier waarop Harvard bestuurd wordt, welke lesstof er aangeboden wordt en hoe studenten en medewerkers moeten denken." Harvard stelt dat de beslissing een "direct en vernietigend gevolg heeft" voor de universiteit. Ongeveer 7.000 mensen van buiten de Verenigde Staten zijn verbonden aan Harvard. Onder hen zijn bijna 6.800 studenten, ongeveer een kwart van het totale studentenbestand. "Zonder internationale studenten is Harvard niet langer Harvard", stelt de 389 jaar oude universiteit. Door de maatregel van de regering kan Harvard het komende academische jaar geen nieuwe buitenlandse studenten aannemen. Buitenlandse studenten die met een academisch visum in de VS zijn, dreigen die status te verliezen. Zij moeten dan mogelijk van universiteit wisselen. (Nu)