onder haar personeelsleden, maar benadrukt dat zij vastbesloten is de achterstanden op het ministerie stap voor stap weg te werken. Sinds haar aantreden drie maanden geleden kampt de bewindsvrouw met een reeks organisatorische problemen, waaronder huisvestingsperikelen, structurele achterstanden bij Personeelszaken en beperkte financiële middelen.

 Het ministerie, dat eerder gevestigd was aan de Kwattaweg, moest recent verhuizen vanwege het aflopen van de huurovereenkomst”, zegt Huur. “Het is niet ideaal, maar we werken eraan om een permanente locatie te vinden. We overwegen nieuwbouw of de aankoop van een eigen pand, want huren is geen duurzame oplossin.g.” Het logistieke probleem zorgt volgens de minister voor vertraging en inefficiëntie. “Personeel zit verspreid over verschillende locaties. Dat maakt het moeilijk om toezicht te houden en vlot te werken. De afgelopen maanden heb ik echt gemerkt hoe uitdagend dat is.”

Het ministerie telt in totaal ongeveer 6.000 medewerkers, inclusief de Bestuursdienst. Die omvang weerspiegelt volgens Huur de noodzaak van voldoende capaciteit in het kader van het decentralisatieproces. “We hebben mensen nodig in alle districten. Maar decentralisatie werkt alleen als je ook de middelen hebt”, stelt ze.

Daarom is het ministerie in overleg met het Ministerie van Financiën en Planning over een verhoging van het budget voor de districtscommissariaten. Momenteel krijgt elk district SRD 1 miljoen per jaar, maar dat bedrag is volgens de minister “volledig achterhaald”. Ze wil dat elk bestuursressort over een eigen fonds van SRD 1 miljoen beschikt. “Zonder geld kunnen lokale overheden hun taken niet uitvoeren. We willen de districten echt meer ‘power’ geven”, aldus Huur.

Volgens de minister is het huisvestingsprobleem een belangrijke reden waarom het verwerken van personeelsdossiers moeizaam verloopt. “Zonder een goed georganiseerde werkplek kun je niet efficiënt functioneren. We hebben ook te maken met bureaucratie binnen de overheid, en dat vertraagt de uitvoering enorm.”