PARAMARIBO – Minister Raymond Landveld van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) heeft een zware portefeuille op zich genomen.
Nauwelijks twee weken in functie, ziet hij zich geconfronteerd met een luchtvaartcrisis, een gebrekkige ministeriële structuur en een nijpend huisvestingsprobleem. “We zijn nog steeds gehuisvest in een gebouw van Assuria aan de Jagernath Lachmonstraat, maar een ontruimingsbevel hangt boven ons hoofd. Een alternatief is er nog niet,” aldus de bewindsman.
“Er is geen heldere interne communicatie, sommige afdelingen functioneren niet en essentiële diensten zoals interne controle en voorlichting zijn zoekgeraakt.” Hij kondigt een ‘quick scan’ aan met externe deskundigen, in opdracht van president Simons, om de toestand van het ministerie binnen twee maanden in kaart te brengen. “Het is erger dan gedacht. De communicatie tussen directies hapert en de organisatie mist samenhang.”
Ook inhoudelijk krijgt het ministerie een strategische heroriëntatie. “TCT moet Surinamers met elkaar én met de buitenwereld verbinden,” stelt Landveld. Zijn beleidsprioriteiten zijn ambitieus: van de EU-blacklisting afkomen, de nationale luchtvaartmaatschappij weer commercieel gezond maken, het openbaar vervoer beter reguleren en het toerisme ontwikkelen als verdienmodel.
Wat transport betreft hekelt de minister de onbetrouwbare dienstverlening. “Busdiensten rijden niet altijd volgens de vergunningsvoorwaarden. Sommige routes vallen stil na tien uur ’s ochtends, terwijl mensen afhankelijk zijn van vervoer naar werk of school. Dat moet beter – net als de bereikbaarheid van het binnenland via boten.”
Op het vlak van communicatie zijn de problemen minder zichtbaar, maar Landveld kondigt ook daar werkbezoeken aan, onder meer aan Telesur en de TAS. “Er moet minder ruis zijn, en meer transparantie.”
Toerisme beschouwt Landveld als een economische groeikans. “Als de Suriname Toerisme Autoriteit volledig operationeel wordt en we het aantal bezoekers opkrikken, kan dat structurele deviezen opleveren.” Hij wil toerisme positioneren als sleutelsector binnen zijn beleidsperiode.
De politieke geschiedenis van het ministerie blijkt bovendien een factor van instabiliteit. “Er was weinig overdracht. Mijn voorganger kwam uit een andere partij en is voortijdig opgestapt. Wat ik aantrof, moet dringend worden opgeschoond.”
Landveld wil onder zijn leiding het ministerie weer op de rails krijgen. “Ik herbouw essentiële afdelingen, trek externe expertise aan en stel duidelijke doelen.” De bewindsman besluit hoopvol: “Als we bij mijn vertrek over vijf jaar structurele stappen hebben gezet op het gebied van transport, communicatie én toerisme, dan heb ik Suriname echt verbonden met zichzelf én met de wereld.”