IERLAND – In de Ierse plaats Tuam gaan maandag de volledige opgravingen van start in een lopend onderzoek naar het tehuis St Mary's.
Baby's die in de kerkelijke instelling zijn overleden zijn mogelijk in een massagraf begraven.
Vorige maand begonnen de eerste werkzaamheden op het terrein, zodat de opgravingen deze maand van start konden gaan. In St Mary's werden veelal ongehuwde meisjes en vrouwen opgevangen die zwanger waren. In het streng katholieke Ierland van de vorige eeuw werden die vrouwen vaak verstoten door hun familie. Er bestonden zeker tien van zulke instellingen, die ook wel moeder-en-kind-tehuizen werden genoemd. Naar schatting zijn daar in totaal zo'n 35.000 zwangere meisjes en vrouwen naartoe gestuurd.
Amateurhistoricus Catherine Corless ontdekte dat in St Mary's zeker 796 baby's zijn overleden tussen 1925 en 1961, veelal door infectieziekten als tuberculose of de mazelen. Maar over begrafenissen was niks terug te vinden. Op het terrein waar het tehuis stond, zijn halverwege de jaren zeventig al eens menselijke resten gevonden. De lokale bevolking is altijd verteld dat die resten van slachtoffers van de Ierse hongersnood (1845-1850) waren.
In 2014 vond Corless aanwijzingen dat resten weleens van de in St Mary's overleden baby's konden zijn. Dat vermoeden werd drie jaar later na proefopgravingen bevestigd door de Ierse politie. Maandag gaan nieuwe opgravingen bij de vermoedelijke locatie van het massagraf van start. De opgravingen zullen zeker twee jaar duren. Het doel van het onderzoek is om via DNA-analyse zoveel mogelijk kinderen te identificeren en hen een waardige herbegrafenis te geven. (NU.nl)