Dit ministerie werd vertegenwoordigd door beleidsmedewerker Samantha Kromoredjo en projectcoördinator vanuit ROM. Zij spraken de genodigden toe bij de presentatie van de voortgang van het PROMAR-project in Suriname na het eerste uitvoeringsjaar.

“Het PROMAR-project is een regionaal initiatief dat zich inzet om vervuiling van onze zeeën en kustgebieden terug te dringen. Ook in Suriname staan we voor die uitdaging. We kennen allemaal de problemen: vervuiling van onze rivieren, kreken en kustgebieden, met negatieve gevolgen voor natuur, gezondheid en economie. Het aanpakken van mariene zwerfvuil vraagt om samenwerking. Alleen samen kunnen we structurele verandering realiseren, voor een gezond milieu en voor toekomstige generaties”, aldus Kromoredjo.

De projectcoördinator vanuit GHFS, Desire Simons, noemde de belangrijke stappen die zijn gezet in het eerste projectjaar, namelijk:

Afval in kaart gebracht: Via de Waste Characterization Study is onderzocht hoeveel én welk type afval voorkomt op twee demonstratiesites. Dit onderzoek bracht ook aan het licht welke merken het meest worden teruggevonden, wat essentieel is om producenten te betrekken bij het vinden van oplossingen.

Gedragsinzichten verzameld: Met een grootschalige KAP-survey (Kennis, Attitudes en Praktijken) onder burgers werd waardevolle informatie verzameld over kennis en gedrag rondom afval, die gebruikt wordt voor gerichte bewustwordingscampagnes.

Beleidsontwikkeling gestart: Een eerste beleidsnota is opgesteld met input van diverse stakeholders. Dit document vormt de basis voor een nationaal beleid tegen plasticvervuiling, in lijn met lokale behoeften en internationale afspraken, zoals het Plastic Verdrag.

Pilotinterventies gepland: Verschillende proefprojecten, vergelijkbaar met het succesvolle Koni Doti-project, zullen in het veld worden uitgevoerd om effectieve oplossingen aan te tonen.

Chayenne Samson van het PROMAR-team ging dieper in op de uitgevoerde KAP survey. Met behulp van deze survey is geprobeerd het gedrag en attitude van de gemiddelde Surinamer te meten met het oog op afvalverwerking. “We streven naar oplossingen die breed gedragen worden door alle betrokkenen. Alleen zo zijn interventies duurzaam en blijvend effectief.”

Monique Pool, directeur van GHFS, benadrukte tijdens de workshop het belang van een gecombineerde lokale en internationale aanpak. Suriname, als SIDS-land, moet haar positie versterken zowel nationaal als aan de onderhandelingstafel.

Het ministerie en haar partners roepen alle betrokken partijen op om de handen ineen te slaan voor een schonere toekomst voor Suriname en de oceaan die ons allen verbindt.