(DR-leden) officieel te beëdigen. Op 25 juli deed zij het district Commewijne aan, waar in totaal 77 RR-leden en 11 DR-leden de eed of belofte aflegden. Deze nieuwe bestuursleden zullen zich in de komende bestuursperiode inzetten voor de verdere ontwikkeling van hun gemeenschap.

Tijdens haar toespraak benadrukte minister Huur het belang van dienstbaar en mensgericht leiderschap. “Begeef u onder de mensen, zodat u weet wat er leeft. Blijf zichtbaar, benaderbaar en bovenal menselijk. Projecten mogen niet enkel vanuit Paramaribo worden opgezet; echte verandering begint niet van bovenaf, maar van binnenuit – bij de mensen zelf.” Zij prees de diversiteit en kracht van het district, van Nieuw-Amsterdam tot Tamanredjo, en wees op het actieve karakter van de verschillende gemeenschappen. Volgens haar spelen de nieuwe bestuursleden een cruciale rol als brug tussen burger en beleid: “U bent er niet alleen om besluiten te nemen, maar om écht het verschil te maken voor de mensen in uw ressort.”

Het beëdigingstraject ging op 21 juli van start en bracht de minister inmiddels al naar de districten Saramacca en Brokopondo. “Maandag zijn we in Marowijne en zo trekken we verder. Dit is een belangrijk moment voor elk district,” aldus minister Huur.

De bewindsvrouw gaf aan dat tegen maart 2026 de eerste districtsplannen moeten worden ingediend bij het ministerie van RO. Deze plannen worden opgesteld op basis van hoorzittingen in de verschillende ressorten en dienen als fundament voor de nationale begroting. Ze merkte op dat veel plannen jaarlijks onveranderd blijven. “Dat komt doordat er onvoldoende prioriteit wordt gegeven aan de daadwerkelijke noden in de wijken. Daar willen we nu verandering in brengen.”

Als speerpunten voor deze bestuursperiode noemde minister Huur onder meer de verbetering van de infrastructuur en investeringen in jongeren. “Alle districten kampen met achterstanden in wegen, scholen en basisvoorzieningen. Tegelijkertijd is het van groot belang dat jongeren worden ondersteund in hun ontwikkeling, zodat zij hun volledige potentieel kunnen benutten.”