in een woning aan de Amazonestraat. De zaak stond deze zitting in het teken van repliek en dupliek. Het tragische incident speelde zich af in de woning waar F.G. op dat moment als oppas fungeerde voor de zoon van het slachtoffer.

Tijdens de zitting lichtte de officier van justitie de eerder overgelegde repliek van 11 juni toe. De ver-volgingsambtenaar maakte korte metten met het verweer van de verdediging dat er sprake zou zijn geweest van noodweerexces. Volgens het Openbaar Ministerie gebruikte de verdachte disproportioneel geweld dat niet in verhouding stond tot de situatie. “Er is geen sprake van een plotselinge, oncontroleer-bare impuls in een bedreigende situatie die het ge-bruik van zulk geweld zou rechtvaardigen”, aldus de officier. De vervolging blijft dan ook bij de overtui-ging dat F.G. schuldig is aan de hem ten laste gelegde feiten.

De raadsvrouw van de verdachte hield echter vol dat haar cliënt handelde uit noodweerexces. Zij bena-drukte dat F.G. zich in een situatie van acute bedrei-ging bevond. “Mijn cliënt handelde niet uit kwaad-aardigheid. Hij wilde niet doden, maar reageerde op een bedreigende situatie waarin hij handelde in een reflex”, stelde de raadsvrouw. Zij wees er verder op dat de verdachte het incident nog altijd zwaar met zich meedraagt. In het kader daarvan verzocht zij de rechter om voorlopige invrijheidsstelling en ontslag van rechtsvervolging.

De rechter wees het verzoek om voorlopige invrij-heidsstelling af, waarmee F.G. voorlopig in detentie blijft. Hoewel de rechtbank begrip toonde voor het standpunt van de verdediging, werd het beroep op noodweerexces onvoldoende onderbouwd geacht voor vrijlating in afwachting van de uitspraak.

F.G. kreeg vervolgens de gelegenheid om het laatste woord te voeren. In een korte verklaring gaf hij aan dat hij geen moordintentie had en handelde uit be-zorgdheid. “Ik wilde de echtgenote van het slacht-offer beschermen”, verklaarde hij.

De zaak zal op 13 augustus 2025 worden voortgezet. Op die dag zal de kantonrechter uitspraak doen over de schuldvraag en eventuele strafmaat. Het proces trekt veel publieke aandacht, mede vanwege de tra-gische omstandigheden en de betrokkenheid van een gezin in een ogenschijnlijk vertrouwde thuissituatie.

De uitspraak op 13 augustus zal mogelijk duidelijk-heid verschaffen over hoe de rechter de afweging maakt tussen bescherming, paniekreacties en straf-rechtelijke verantwoordelijkheid.