PARAMARIBO- De waarde van de USD is internationaal op het laagste punt sinds 2022. Echter, in Suriname is daarvan weinig te merken te merken. Door de monetaire autoriteiten wordt er ook geen verklaring gegeven hiervoor.
De USD is sinds begin dit jaar aan het kelderen op de internationale dollarindex, vanuit een recente piek van 110 op 13 januari. Deze maand tikte de USD tot 2 keren toe onder 97,6 wat betekent dat het aardig wat grond heeft verloren ten opzichte van de euro en andere munteenheden.
De afwijkende trend in Suriname wordt toegeschreven aan politieke onzekerheden rond de nieuwe coalitie. Daarnaast wordt er voor miljoenen geïntervenieerd om de koers te drukken. Volgens actoren binnen de nieuwe coalitie zou de wisselkoers reeds al boven de SRD 50 moeten liggen, zonder interventies van de overheid. De coalitie maakt zich zorgen om de monetaire reserves die ingezet zouden worden om de wisselkoers kunstmatig te drukken.
Volgens coalitieleider en presidentskandidaat Jennifer Geerlings-Simons is het van belang om vooral niet te speculeren en ongenuanceerde uitspraken te doen, die juist ervoor zorgen dat er nog meer onzekerheden ontstaan. Zij had recent een onderhoud met verschillende sectoren die min of meer van invloed zijn op de wisselkoers. De bedoeling van het gesprek was om ervoor te zorgen dat de koers zich weer stabiliseert. “Als iedereen in Suriname die ermee te maken heeft zijn best doet en vooral niet zit te voorspellen dat het na zoveel en zoveel gaat”, zegt Geerlings-Simons.
De USD-index is dinsdag met 0,55% gedaald en bereikte daarmee het laagste niveau in een week. De koersdaling kwam nadat president Donald Trump een voorlopig staakt-het-vuren aankondigde tussen Israël en Iran, wat de vraag naar de dollar als veilige haven verminderde. Tegelijkertijd leidde een krachtige stijging op de aandelenmarkten tot een afgenomen behoefte aan liquiditeit in USD.
De druk op de USD werd verder opgevoerd door onverwacht zwakke macro-economische cijfers. De consumentenvertrouwensindex van de Conference Board voor juni daalde verrassend met 5,4 punten naar 93,0, terwijl economen juist op een stijging naar 99,8 rekenden. Ook de S&P CoreLogic Case-Shiller woningprijsindex liet een groei van slechts 3,42% op jaarbasis zien – het laagste tempo in bijna twee jaar en beneden de verwachte 3,90%.