voor de Staatsschuld. Dwarkasing diende vrijdagmiddag 12 september, aan het einde van de werkdag, haar ontslagbrief in. Daarbij gaf zij volgens de minister geen enkele reden voor haar vertrek.

 “De ontslagaanvraag van Dwarkasing is voor mij een verrassing geweest”, zegt Wijnerman in een reactie. De bewindsvrouw noemt de gang van zaken “onfatsoenlijk”, omdat de achtergrond van het besluit onduidelijk is gebleven.

 Toch circuleerden er vrijwel direct na het indienen van de ontslagbrief berichten in de media. Volgens “betrouwbare bronnen” zou Dwarkasing moeite hebben met de aanwezigheid van controversiële figuren die een rol spelen in het financieel beleid en het beheer van de staatsschuld. Het ontslag zou daarmee een principiële keuze zijn geweest.

 Minister Wijnerman weerspreekt die lezing nadrukkelijk. “Dat verbaast mij enorm, omdat er op het ministerie niemand aan haar is verbonden”, stelt zij. Het Bureau voor de Staatsschuld is een werkarm van het ministerie en verantwoordelijk voor het beheer en de monitoring van de nationale schuld. Alle informatieverzoeken verlopen via de minister. “Als de minister iemand of meerdere personen vraagt om met haar te spreken, wordt dat netjes middels een brief aangegeven”, legt Wijnerman uit.

 De minister benadrukt dat transparantie en overleg binnen haar departement essentieel zijn. “Bij mijn aantreden heb ik aangegeven: we gaan samenwerken. Ik ben open, en we gaan samenwerken”, zegt ze. Daarom betreurt zij dat Dwarkasing haar beweegredenen niet rechtstreeks kenbaar heeft gemaakt.

 Het plotselinge vertrek van de topfunctionaris laat volgens Wijnerman vragen achter die vooralsnog onbeantwoord blijven. “Voor mij is het van groot belang dat ambtenaren in dit soort situaties altijd vooraf melden wat er speelt,” aldus de bewindsvrouw. Met het vertrek van Dwarkasing staat het Bureau voor de Staatsschuld voor een nieuwe fase, terwijl de discussie over de achtergronden van dit ontslag naar verwachting nog niet ten einde is.