PARAMARIBO – De ordening van de kleinschalige goudsector blijft een belangrijk speerpunt van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen (NH). Dat stelt minister David Abiamofo, die benadrukt dat de sector zowel economisch als ecologisch van groot belang is voor Suriname.
“We moeten doorzetten. Ondanks obstakels is het essentieel om structuur te brengen in deze informele sector,” aldus de bewindsman.
Volgens Abiamofo zijn er al belangrijke stappen gezet, gericht op de professionalisering en verduurzaming van de kleinschalige mijnbouw. “Deze projecten maken deel uit van een bredere transitie: een ketenbenadering waarin duurzaamheid, veiligheid en economische waarde centraal staan,” zegt hij.
De minister wijst op het belang van training voor goudzoekers in moderne en milieuvriendelijke mijnbouwmethoden. Daarnaast moet er financiering beschikbaar worden gesteld om de overstap naar schonere technologieën mogelijk te maken. “Dit is niet alleen nodig voor de productiviteit, maar ook om milieuschade te beperken. Suriname heeft internationale verdragen ondertekend op het gebied van milieubescherming en mensenrechten. Die verplichtingen moeten we serieus nemen,” aldus Abiamofo. “Doen we dat niet, dan schaden we onze internationale reputatie.”
Hoewel er vaak een negatief beeld bestaat van de kleinschalige goudsector, benadrukt de minister dat deze groep jaarlijks aanzienlijke bedragen laat circuleren in het binnenland en ook belasting afdraagt via het formele systeem. “Het beeld dat deze sector niets bijdraagt, klopt niet. Juist door ordening kunnen we die bijdrage vergroten en beter controleren.”
Wel blijft financiering een struikelblok. Niet alle noodzakelijke onderdelen van de inventarisatie kunnen worden gefinancierd met buitenlandse donorgelden. “Dat moet uit de nationale begroting komen. Ik hoop dat de regering de ordening van de kleinschalige goudsector als prioriteit blijft behandelen,” aldus Abiamofo.
Ook de aanpak van goudsmokkel laat volgens hem positieve resultaten zien. Dankzij betere samenwerking met opsporingsdiensten en strengere grenscontroles is de smokkel enigszins afgenomen. Toch blijft de minister realistisch: “Er is nog veel werk aan de winkel. Alleen een goed gereguleerde sector kan op lange termijn voordelen opleveren – zowel voor de staat als voor de goudzoeker zelf.”