PARAMARIBO – In een historische uitspraak heeft het Hof van Justitie donderdagavond Stichting Wan Okasi en Aniel Koendjbiharie opnieuw in het gelijk gesteld in de hoger beroepszaak die door de Staat was aangespannen.
Daarmee verliest de staat ook in hoger beroep de rechtszaak over de aantasting van het stemrecht van mensen met een beperking. De zaak draaide om artikel 27 van het Kiesbesluit, waarin wordt bepaald dat kiezers met een beperking, naast een vertrouwenspersoon, ook bijstand moeten krijgen van een stembureaulid. Deze derde persoon vult het stemhokje in namens de kiezer, terwijl de vertrouwenspersoon moet toezien op de correcte uitvoering. Stichting Wan Okasi stelde dat dit artikel in strijd is met het fundamentele recht op een vrije en geheime stem, zoals gegarandeerd in zowel de Grondwet als internationale mensenrechtenverdragen.
“De staat hoort voorwaarden te creëren zodat mensen met een beperking zelfstandig hun stem kunnen uitbrengen, zonder inmenging van derden,” reageert Koendjbiharie scherp. “In plaats daarvan is de situatie juist verergerd door de aanwezigheid van een extra persoon. Dat is een directe inbreuk op het stemgeheim.”
De uitspraak van het Hof betekent een belangrijke overwinning voor mensen met een beperking in Suriname. Het erkent niet alleen dat Koendjbiharies persoonlijke rechten zijn geschonden, maar bevestigt ook dat de inzet van Wan Okasi gerechtvaardigd is. Volgens de belangenorganisatie toont dit aan dat structurele hervorming noodzakelijk is om verkiezingen werkelijk inclusief en eerlijk te maken.
“Wij blijven strijden voor gelijke kansen en echte autonomie,” stelt Koendjbiharie. “Deze overwinning is een begin, maar nog lang niet het einde.”
De uitspraak van het Hof zet druk op de overheid om het Kiesbesluit aan te passen. Zonder actie blijft de vrees bestaan dat mensen met een beperking bij de komende verkiezingen wederom hun fundamentele rechten moeten inleveren aan bureaucratische logica en gebrekkige regelgeving.