
PARAMARIBO – “Surinamers moeten niet wachten op buitenlandse platforms of systemen om succes te behalen,...

maar leren om zelf te creëren, te innoveren en hun lokale cultuur wereldwijd zichtbaar te maken.” Dit zei Jean-Luc van Charante, de grondlegger van de Social Media Conference Suriname, gisteren tijdens zijn openingstoespraak van de Social Media Conference 2025. “AI en lokale content kunnen gezien worden als de toekomst voor de Surinaamse creatieve industrie, alleen moeten wij die op een verantwoorde manier gaan ontwikkelen.”
Van Charante benadrukte dat de kracht van sociale media en kunstmatige intelligentie (AI) niet ligt in het vervangen van mensen, maar in het versterken van hun creativiteit. “Vooral als het gaat om AI is de vraag niet of AI beter is dan wij, maar eerder hoe wij AI kunnen gebruiken als collega, als partner in ons creatief proces.”
Tijdens zijn presentatie deelde Van Charante een opmerkelijk voorbeeld: een remix van een lied dat deels was gemaakt met AI. Achter het project stond ‘Giovanni Grant’, een virtuele componist die Van Charante met een knipoog ‘mijn vriend’ noemde – een verwijzing naar het feit dat Giovanni volledig door AI werd gegenereerd. “Sommigen zien dit als bedreiging”, zei hij, “maar muziek is altijd herinterpretatie geweest. Creativiteit leeft van remix.”
Hij benadrukte dat AI in de juiste handen een hulpmiddel is om verhalen, geluiden en beelden tot leven te brengen, juist vanuit lokale inspiratie. “We halen vaak inspiratie van buiten, maar vergeten onze eigen bronnen. De kracht van AI kan ons juist helpen om Surinaamse verhalen, accenten en ritmes digitaal te versterken.”
Een belangrijk thema in Van Charante’s betoog was ook lokale content. Volgens hem moeten Surinaamse creators en marketeers opnieuw nadenken over wat dat begrip werkelijk betekent. “Lokale content is niet alleen wat je maakt over Suriname”, zei hij. “Het is wat je maakt vanaf hier, met onze taal, onze mensen, onze realiteit.”
Hij wees erop dat veel Surinaamse creators nog nauwelijks financieel profiteren van de wereldwijde digitalisering. Platforms als YouTube en TikTok bieden wel kansen, maar de financiële opbrengsten blijven laag door locatiebeperkingen. “Twee creators kunnen evenveel views hebben”, legde hij uit, “maar de een verdient 500 dollar en de ander nul, enkel omdat hij in Suriname woont.” Toch ziet hij mogelijkheden. “Als tienduizend Surinamers maandelijks lokaal produceren, delen en ook daaraan verdienen, kan dat miljoenen in onze economie brengen. Dat geld blijft niet hangen in Silicon Valley, maar stroomt naar onze winkels, restaurants en gezinnen.”
Van Charante riep hiervoor op tot een nieuw soort samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en de creatieve sector. Hij verwees daarbij naar de groeiende olie- en gasindustrie: “We investeren miljarden in natuurlijke hulpbronnen, maar vergeten onze nationale bronnen, onze mensen, onze ideeën. Digitale content is ook een grondstof. Ze kan net zoveel waarde genereren als olie als wij die op de juiste manier ontwikkelen.”
Aan het einde van zijn betoog keerde Van Charante terug naar zijn kernboodschap: ‘durf te beginnen’. “Wacht niet tot 2028, tot het systeem je helpt of tot de regels veranderen. Gebruik wat je hebt, waar je bent. De wereld is klaar voor ons.” Met die woorden sloot hij de eerste dag van de Social Media Conference af, waarbij in meer dan twintig sessies deelnemers moeten helpen om digitale creativiteit, ondernemerschap en technologie te verbinden met lokale identiteit. “We hebben alles wat we nodig hebben”, besloot Van Charante. “Het enige wat we nog moeten doen, is het gebruiken.”

