PARAMARIBO - De behandeling van de strafzaak tegen de verdachte K.C. , die verdacht wordt van ‘money laundering’, is onlangs voortgezet door de kantonrechter. De zaak stond voor uitspraak van de kantonrechter op het wrakingsverzoek.
Deze zaak was aangebracht bij een eerste kantonrechter. Die kantonrechter heeft een beslissing genomen op het bezwaar tegen de dagvaarding. Nadat het bezwaar in hoger beroep ongegrond is verklaard, is de zaak voorgebracht bij een andere kantonrechter, niet de rechter die als eerst de zaak deed. De verdachte en de verdediging waren het er niet mee eens dat de zaak voor een andere rechter is voorgebracht. De tweede kantonrechter is gewraakt. Op de wraking is op 17 juli 2025 de uitspraak gedaan door de tweede kantonrechter.
De kantonrechter heeft het wrakingsverzoek ongegrond verklaard. Volgens de kantonrechter zijn er twee punten aangehaald bij het wrakingsverzoek. Op het eerste punt, inhoudende dat de vervolging op oneigenlijke gronden de zaak niet bij de eerste kantonrechter heeft aangebracht, is al uitgebreid beslist in het tussenvonnis van 30 april 2025. Dat de raadslieden dit verweer wederom opwerpen als grondslag voor hun wrakingsverzoek, is volgens de kantonrechter in strijd met de goede procesorde en levert ook geen grond op voor het wrakingsverzoek. Ten aanzien van punt 2 stelde de kantonrechter vast dat de raadslieden een deel van de motivering en beslissing van de kantonrechter in haar tussenvonnis van 30 april 2025, hebben gebruikt als grondslag voor hun wrakingsverzoek.
De kantonrechter overwoog dat uit de onderbouwing van de verdachte over de wraking te halen is, dat de verdachte de wraking heeft ingesteld omdat hij het oneens is met de beslissing van de kantonrechter en hij wil dat de zaak door de eerste kantonrechter behandeld moet worden. De kantonrechter verwees naar een arrest van de Hoge Raad, waarin is beslist dat een verdachte die het niet eens is met de beslissing en motivering van de kantonrechter, niet over kan gaan tot het wraken van de kantonrechter, tenzij uit de motivering duidelijk blijkt van vooringenomenheid van de rechter bijvoorbeeld door de woordkeus, hetgeen in casu niet het geval is. Wraking mag volgens de Hoge Raad niet worden gebruikt om de ontevredenheid te uiten tegen een beslissing waar je het niet mee eens bent. Zo overwoog de kantonrechter.
Na de uitspraak over de wraking is de zaak op verzoek van de vervolging uitgesteld naar de zitting van 16 oktober 2025. De zaak staat dan voor het verdachtenverhoor. De raadslieden van verdachte hebben medegedeeld dat zij hoger beroep zullen aantekenen tegen de beslissing over de wraking van de kantonrechter.